Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2003-2004 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de
regering gegeven antwoorden
990
Vragen van het lid Van Velzen (SP)
aan de staatssecretaris van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer over de
mogelijk overboord gestagen gifvaten
en de etikettering van gevaarlijke
stoffen. (Ingezonden 27 januari 2004)
1
Is het waar dat er in de vaten die
21 december 2003 over boord van de
Andinet zijn geslagen arseenzuur zat
in plaats van arseenpentoxide? 1
2
Is het waar dat het College voor de
toelating van bestrijdingsmiddelen
(CTB) in 1992 besloten heeftzowel
van arseenzuur als van
arseenpentoxide dat het op het etiket
als arseenpentoxide vermeld moet
worden? Hoe kan het dat deze twee
stoffen onder eenzelfde naam moeten
worden gelezen terwijl ze in mate van
giftigheid erg verschillen? Is dit een
gangbare praktijk en voor welke
andere als gevaarlijk te kenmerken
stoffen heeft een dergelijke
samenvoeging plaatsgevonden?
3
Deelt u de mening dat bij eventuele
ongevallen dit «samenvoegen» van
stoffen in het register van het CTB en
dus ook op de etiketten,
hulpverleners op het verkeerde been
kan zetten? Bent u van mening dat dit
ernstige ongevallen tot gevolg kan
hebben? Zo ja, welke maatregelen
gaat u nemen en wanneer? Zo neen,
waarom niet?
1 TweeVandaag, 23 januari jl.
Antwoord
Antwoord van staatssecretaris Van
Geel (Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer), mede
namens de ministers van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit, van
Verkeer en Waterstaat en van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
(Ontvangen 9 maart 2004)
1
In de vaten aan boord van de Andinet
zat niet een zuivere stof zijnde
arseenzuur of arseenpentoxide, maar
een mengsel van koper-, chroom- en
arseenverbindingen. Wanneer dit in
een laboratorium geanalyseerd
wordt, dan wordt gekeken naar de
gehaltes per element. Het gehalte aan
arseen wordt dan uitgedrukt in
arseenpentoxide. In dit geval was het
mengsel aanwezig in de vorm van
een pasta op waterbasis. In
aanwezigheid van water wordt
arseenpentoxide omgezet in
arseenzuur. Het is daarom
aannemelijk dat het aanwezige
arseen voor een belangrijk deel in de
vorm van arseenzuur aanwezig was.
2
Het CTB gaat over etikettering van
preparaten die bestemd zijn om
gebruikt te worden als biocide of als
gewasbeschermingsmiddel. Een
preparaat bestaat in de regel uit een
mengsel van een of meerdere actieve
stoffen en daarnaast oplosmiddelen
en/of andere hulpstoffen. Voor een
toelating is het in verband met
identificatie, handhaving en
etikettering belangrijk wat het gehalte
aan actieve stoffen in het preparaat
is. Omdat de vorm waarin die actieve
stoffen voorkomen kan verschillen,
worden deze teruggerekend naar
gestandaardiseerde eenheden. Sinds
1992 drukt het CTB het gehalte aan
arseen op het etiket van een
arseenbevattend
houtverduurzamingsmiddel uit als
arseenpentoxide. Als gezegd betreft
het in de praktijk een complex
mengsel. De vorm waarin het arseen
exact aanwezig is moeilijk analytisch
vast te stellen daar het een evenwicht
betreft tussen arseenpentoxide,
arseenzuur en mogelijk andere
arseenverbindingen. Bij analyse van
het middel wordt het arseengehalte
standaard uitgedrukt als
arseenpentoxide. Het op deze wijze
weergeven van de samenstelling is
eenduidiger en beter controleerbaar.
De stelling dat er een groot verschil in
giftigheid zit tussen de twee stoffen,
is onjuist. De gevaarseigenschappen
van beide stoffen zijn niet wezenlijk
verschillend en ook ten aanzien van
transportvoorschriften zijn er geen
wezenlijke verschillen in indeling en
voorschriften. Als het, zoals hier, gaat
om arseenverbindingen als onderdeel
KVR19668
2030407000
0304tkkvr990
ISSN 0921 - 7398
Sdu Uitgevers
s-Gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, Aanhangsel 2101
van een mengsel van verschillende
stoffen, dan is net onderscheid tussen
de verschillende arseenverbindingen
geheel niet meer relevant. De
etikettering van het preparaat (dat
gebruikt wordt als biocide) wordt,
met daarin opgenomen een indicatie
voor de giftigheid van dat preparaat,
vastgesteld op basis van de totale
toxiciteit van dat preparaat. Het is
geen gangbare praktijk dat stoffen die
wel een verschillende mate van
giftigheid hebben, worden
samengevoegd onder een naam. Ik
ken hiervan geen voorbeelden.
3
Nee. Er is geen sprake van
samenvoegen maarvan het
weergeven van totaalgehaltes van
verschillende stoffen die in het
preparaat aanwezig zijn. Zoals onder
vraag 2. al is gesteld, zijn in dit geval
de risico's van de verschillende
arseenverbindingen vergelijkbaar.
Voor hulpverleners is relevant dat ze
weten welk preparaat het betreft en
welke risico's dit preparaat heeft. De
risico's van het preparaat worden op
de buitenkant van de verpakking
kenbaar gemaakt door
gevaarsetiketten. Deze waren correct
aangebracht op de vaten van de
Andinet.
Er is geen sprake van het op het
verkeerde been zetten van
hulpverleners en bergers en ik zie dan
ook geen reden om maatregelen te
treffen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, Aanhangsel
2102